Het wereldrecord langste afstand op één tank waterstof verhuisd van Toyota naar Team Ecorunner: zij wisten bijna 1.200 kilometer op 1 tank (0,45 kg) waterstof af te leggen. Daar hadden ze maar liefst 36 uur voor nodig.
Op 5 en 6 juli deden de studenten van het Eco-Runner Team van de TU Delft een recordpoging op R&TC in Helmond. Hier heeft het team met zeven verschillende coureurs een afstand van 1196 km aan een stuk door gereden op een tank waterstof. Daarmee hebben de studenten het wereld afstandsrecord van 1003 km verbroken dat hiervoor op de naam van de Toyota Mirai stond.
Een korte pech stop
Op maandag 5 juli om 9.30 was de auto er klaar voor en begon het team in de stromende regen de recordpoging. Het werd al snel spannend toen door de slechte weersomstandigheden de auto een pechstop moest maken. Nadat de auto weer helemaal schoon was van binnen en er schotten om de wielen waren geplaatst, kon de coureur weer zonder problemen verder rijden. De rest van de poging is toen vrijwel vlekkeloos verlopen en op dinsdag aan het eind van de middag wist het team al dat het record van Toyota waarschijnlijk was verbroken. Het team is toen echter nog doorgereden tot 21.30 ’s avonds en de tank helemaal leeg was. Uiteindelijk hebben de studenten het record ruim verbroken en een afstand van 1196 binnen 36 uur afgelegd. “Een absolute mijlpaal!”, aldus Reinout Sterk, Chief Engineer.
Waterstof in toekomstige mobiliteit
Sterk: “Door binnen een jaar zo een efficiënte waterstofauto te ontwikkelen willen we bewijzen hoe efficiënt mobiliteit kan zijn en wat de mogelijkheden zijn van waterstof.” Met dit record laten de studenten zien hoe ver je eigenlijk kan rijden met waterstof. Door op deze manier waterstof onder de aandacht te brengen, willen de studenten laten zien dat waterstof een toepasbaar alternatief en goede toevoeging is binnen de mobiliteit. “Door de grote range, het voordelen van snel kunnen tanken en het lage gewicht denken wij dat waterstof grote voordelen kan hebben ten opzichte van een batterij-elektrische auto, hier zijn echter nog grote ontwikkelingen voor nodig en dat proberen wij op deze manier te stimuleren.”
Reacties