Jan Piet van der Meer wil zijn geliefde type auto, een Mercedes cabrio, in de toekomst ombouwen tot waterstofauto. Om alvast nog meer kennis te vergaren van de waterstoftechniek heeft hij bij Ebby Road in Eindhoven een jong gebruikte Toyota Mirai gekocht.
Je wil een klassieke Mercedes cabriolet ombouwen?
“Het gaat wel een keer gebeuren. Ik heb wat rekensommetjes gemaakt en daardoor het plan even opzij geschoven. Mijn huidige auto is nog in een te goede staat en een slechte cabriolet heb ik nog niet gevonden. Zodra dat het geval is, pak ik het project op. Ik rij op dit moment niet met de Mirai. Ik laat allerlei testjes doen om het systeem beter te begrijpen.”
Waarom op waterstof?
“Ik geloof heilig in waterstofauto’s. Voor mobiliteit wordt waterstof een van de nul-emissie mogelijkheden, samen met de batterij. Als je wat meer kilometers rijdt en weinig tijd over hebt voor tanken en een beetje sportief wilt rijden, dan kies je al gauw voor waterstof. Een duizend kilo zware batterij in je auto is geen feest. Dat heeft effect op het remmen, optrekken en sturen. Fysisch gezien hoort een batterij niet in een auto. Een auto heeft een paar vijanden. De grootste is luchtweerstand op de voet gevolgd door gewicht. Daar hoort een batterij dus niet direct bij.”
Wat is je achtergrond?
“Ik ben van huis uit jurist en bedrijfskundige, geen techneut. Maar in mijn periode als directeur van waterstof brandstofcellenproducent Nedstack heb ik veel gezien en geleerd. Het thema heeft absoluut mijn belangstelling gepakt. En ik ben daar mee doorgegaan nadat ik Nedstack heb verlaten. Ik ben nu consultant op het gebied van waterstof en brandstofcellen.”
Waterstof, is dat niet gevaarlijk?
“Of waterstof gevaarlijk is? Dat is relatief. Waterstof is heel veilig te engineeren. Als het vrij komt in de natuur dan verlaat het met de snelheid van een raket de aarde en dan is het weg. Bij brand krijg je net als bij een benzine een explosie. Maar er ontstaat dan weinig stralingswarmte. Je kunt bij wijze van spreken je handen langs de vlam houden. Binnen drie minuten is de temperatuur in een brandende waterstofauto een graad of 60 terwijl een benzine- of dieselauto dan 600 graden meet. Volgeladen batterijen kunnen ontploffen bij een grote klap. De elektronen in een batterij trekken elkaar niet aan, die duwen elkaar af. Die willen weg, daarom het explosiegevaar. Daar komt bij dat bij een brand de auto niet te blussen is. Je moet wachten tot de batterij helemaal kapot is.”
Neemt de belangstelling toe voor waterstof?
“Ja en nee. Voor mobiliteit vind ik het tot nu toe tegenvallen. Dat komt mede omdat de Europese autofabrikanten op dit moment zijn afgehaakt. Dat komt wel weer maar ze zijn nu niet actief. Vooral vanwege de dieselgate affaire. Ze moesten kiezen tussen waterstof en batterij. De batterijlijn is een jaar of tien verder in ontwikkeling. Vandaar de keuze nu voor batterij aangedreven auto’s.
Maar als je kijkt naar groene energie en windenergie op zee dan is dat alleen maar mogelijk met waterstof. We kunnen niet die hoeveelheden energie van zee halen als je daar niet een derde tot de helft waterstof van maakt. Dat geeft waterstof wel een echte plaats in onze samenleving en economie. Ik denk dat het tussen 2027 en 2030 echt vorm krijgt. Er wordt aan gewerkt. De auto’s zullen volgen. Mercedes, Audi en BMW hebben al auto’s ontwikkeld, ze zijn klaar. Maar er is vanwege die dieselschandalen momenteel geen budget meer om die auto uit te rollen. Ze zijn blij dat ze nog leven. Een auto in de markt zetten kost ongeveer 1,5 miljard euro. Duitsers kopen bij voorkeur een Duitse auto. Dus hoewel Duitsland met 90 tankstations een redelijke infrastructuur heeft, is het echt wachten op de marktintroductie van Duitse modellen voordat het in Duitsland gaat lopen met waterstofauto’s. De Fransen hebben eveneens plannen. Ik verwacht dat ze gas gaan geven. Ze zien het nut ervan in.”
En hoe hangt de vlag erbij in Nederland?
“Wij hebben in Nederland zes tankstations vandaag en er zitten nog een stuk of 14-15 in de pijplijn. In 2025 moeten dat er 50 stations zijn. Mits de overheid meebetaalt via subsidies aan de investeringskosten. Op dit moment zijn er na die 14-15 stations geen nieuwe fondsen beschikbaar. Het probleem is dat de overheid zich niet houdt aan het convenant van 2018 met de industrie. Ze hebben die nog niet ondertekend dus ze kunnen er gemakkelijk onderuit. Dat is spijtig. Dat vertraagt de ontwikkeling. Maar ik denk toch dat in 2030 het aandeel batterij-elektrische auto stevig zal zijn, zo’n 25 tot 30 procent en misschien 10 procent waterstof gedreven auto’s.”