Afgelopen week maakte ik een road trip met een Hyundai Nexo naar Denemarken. Ik reisde op dag één naar Herning (Jutland). Op dag twee had ik een afspraak in Herning en aansluitend een afspraak in Kopenhagen. Tussendoor ging ik op zoek naar de mooiste lokaties en de mooiste routes. Vanaf Kopenhagen reed ik terug naar Odense en deed op dag drie het laatste stukje terug naar Nederland. Een impressie.
Rijden op waterstof is als rijden op benzine of diesel
Net als iedereen vind ik duurzaamheid heel belangrijk. Maar ik realiseer me ook dat nieuwe oplossingen pas aanslaan bij het grote publiek als ze a) makkelijk zijn in het gebruik en b) betaalbaar zijn. Op het moment dat je je gedrag moet aanpassen én het is slecht voor je portemonnee, dan krab je je als consument eerst een flink achter de oren.
De Nexo waar ik mee op pad was had één klein gebrek: de sensor die de hoeveelheid waterstof in de tank moest meten had kuren. Dat had tot gevolg dat ik nergens een resterende actieradius kon aflezen. Voor wie zoiets wel eens met een fossiele auto heeft meegemaakt: na elke tankbeurt reset je de dagteller en na een x-aantal kilometers bezoek je de pomp.
Verbruik en snelheid
Als je flinke afstanden moet overbruggen dan is het fijn als dat in een beetje rap tempo kan. Op de heenweg had ik de Nexo goed de sporen gegeven waar het mocht: met kruissnelheden die opliepen tot 160 km/h. Uiteraard gaat het verbruik navenant omhoog. Op de terugweg heb ik maximaal 130 km/h aangehouden.
Dat leverde de volgende inzichten op:
- In Nederland (maximum snelheid 100 km/h) scoor ik gemiddeld 0,9 kg/100 km.
- Op de heenweg (cruissnelheid 140 tot 160 km/h waar toegestaan): 1,4 kg/100 km
- Op de terugweg (maximaal 130 km/h) 1,2 tot 1,3 kg/100km.
De gemiddelde score wordt vertekend doordat je op zo’n lang stuk altijd langzamer moet: door stadsverkeer of de Baustelle rond Hamburg. Het verband tussen gemiddeld verbruik en snelheid is vermoedelijk hetzelfde wat je met je benzine of diesel gewend bent.
Voorzichtigheidshalve koos ik voor relatief korte etappes: na elke 400 á 450 km een tankstop. Op de heenweg in Bremen en Flensburg. Op dag twee in Kolding en Korsor. En op dag drie in Hamburg en Arnhem. Met een werkende sensor had ik op dag drie mogelijk slechts één stop gepland: in Bremen.
Tanken en tankpassen
Waar je in Nederland onderhand overal kunt afrekenen met een gewone bank- of tankpas, is dat in Duitsland en Denemarken anders. Voor Duitsland heb je een pas van H2 Mobility nodig. Voor Denemarken een druppel van NEL. Zie onze pagina over tanken, daar lees je ook hoe je deze betaalmiddelen kunt aanvragen.
Mijn laatste bezoek aan Denemarken dateerde van 2019. De tankstations hebben een flinke make over gehad en zien er nu zelfs gezellig uit met de aankleding van Everfuel.
De manier van tanken in Denemarken is net even anders dan ik in de andere landen gewend ben. In Denemarken koppel je eerst de nozzle aan je auto, dan identificeer je je met je druppel en dan druk je op de startknop. Zo staat het althans op de gebruiksaanwijzing.
Wat mij in verwarring bracht was dat ik niet één maar twee keer op Start moest drukken: direct na het intoetsen van mijn pincode. En daarna door op de groene startbutton te drukken. Die button moet je ook echt flink indrukken en even vasthouden. Bij mijn eerste tankbeurt heb ik meteen de helpdesk van Everfuel getest: je krijgt vrij snel een prima Engels sprekende medewerker aan de lijn die je vriendelijk door het proces heen loodst.
Het tanken zelf was bij alle stations een kwestie van in vijf minuten vol. De infrastructuur in Duitsland en Denemarken is goed te noemen: er zijn corridors gevormd waardoor je met een waterstofauto echt elk punt in die landen kan bereiken als je op doorreis bent. Als je in het land zelf woont, dan geldt net als in Nederland: je gaat pas over op waterstof als je een tankstation bij jou in de buurt hebt. Gelet op de plannen van onder andere Everfuel mag je de komende jaren een flinke uitbreiding van het aantal tankstations verwachten.
Als ik mijn rij- en tankervaring samenvat: rijden, tanken en snel verder rijden. Precies wat je met benzine en diesel gewend bent.
De pracht van Denemarken
Zeker als je weg van de snelweg gaat, ontvouwt zich een land met prachtige landschappen. Het glooit en het kronkelt, akkers met wuivend graan wisselen af met bossages, heuvels en windmolens. Wie vanuit Duitsland via Kolding naar Kopenhagen rijdt kan zichzelf trakteren op een bruggentocht. De drie grootste eilanden zijn via enorme bruggen met elkaar verbonden. Constructies van staal en beton tillen je de hoogte in. Rijdend over de Kleine Beltbrug (Snoghøj – Middelfahrt) en dat blijkt slechts een voorproefje van de Grote Beltbrug (Nyborg – Halsskov). De laatste is een tolbrug (245 DKK enkele reis) en wat mij betreft elke kroon meer dan waard.
Wegzwervend van de snelweg kwam ik ook een bijzonder adres tegen waar ik kennis maakte met Rene en zijn Saabs. Dat was een gesprek dat moeiteloos uren had kunnen duren: we deelden een passie voor dat mooie Zweedse merk.
Denemarken is qua oppervlakte iets groter dan Nederland (42.933 km2 tegen 41.543 km2), maar kent veel minder inwoners (5,8 tegen 17,3 miljoen). Denemarken heeft daardoor veel meer groen en ruimte dan Nederland. Iets meer dan 10% van alle Denen woont in Kopenhagen en dat merk je als je de stad binnenrijdt. Er heerst een totaal andere dynamiek. Kopenhagen vergroent en dat is onder meer te merken aan de fietsbanen. Fietsers krijgen er alle ruimte en daar wordt massaal gebruik van gemaakt. Dat is lastig als je met je auto rechtsaf wilt slaan. Via de zijspiegel heb je niet goed zicht op die fietsbaan. Van binnenuit kijk je tegen de deurstijlen aan. Gelukkig heeft de Nexo een camera in de zijspiegel. Als je richting aangeeft, zie je het beeld van de betreffende zijspiegel op je dashboard. Dat bleek hier een uitkomst.
Plussen en minnen van de Nexo
Als je zoveel tijd achter het stuur doorbrengt als ik de afgelopen dagen heb gedaan, dan wordt zo’n auto een beetje een verlengstuk van jezelf. Een ontzettende plus van de Nexo is de rust die aan boord is: enerzijds komt dat door het ontbreken van geluid door de elektrische aandrijflijn. Anderzijds heeft het te maken met de zitpositie en de inrichting van het interieur. Zeker met het weer van de afgelopen dagen was het schuifdak geweldig. De rust blijft, ook als je wat sneller doorrijdt. Terwijl je reist houdt de Nexo in de gaten of je netjes tussen de lijnen rijdt (tip: hou het stuur heel losjes vast, Nexo doet de rest) en of je voldoende afstand houdt tot je voorgang (tip: gebruik de adaptieve cruise control).
Ten aanzien van de navigatie wint ook hier de standaard navigatie het van Apple Carplay: in de standaard navigatie zijn de waterstoftankstations opgenomen. Je kunt kiezen of je de stations bij jou in de buurt wilt selecteren of juist langs je route.
Wat ik nog zou willen verbeteren aan de auto is een ruitenwisser met regensensor (als alles automatisch gaat, vind ik het raar dat ik zelf de ruitenwissers moet bedienen). En ik zou graag dat de afdekhoes automatisch opent als de achterklep omhoog gaat.
Mijn overall indruk van de Nexo is dat het een heerlijke reisauto is: ook het regelmatig versnellen van 100 naar 130 gaat soepel en snel (wel zelf even gas bijgeven, de cruise control heeft meer geduld dan de rijders achter je). Ook inhalen op B-wegen (vrachtwagens inhalen) is een fluitje van een cent.
Verder biedt de Nexo meer dan voldoende ruimte aan passagiers en bagage. Rijden op waterstof is een keuze. Je kunt jezelf of je bedrijf er mee onderscheiden. Je kunt ook praktisch gebruiksgemak de doorslag laten geven. Voor wie veel kilometers maakt is rijden op waterstof een goed alternatief voor benzine en diesel. De auto’s zijn er, het aantal tankstations neemt gestaag toe. Voor wie rijden op waterstof serieus overweegt is mijn advies om de beschikbaarheid van een station in jouw omgeving zwaar mee te laten wegen.
Reacties